Vandaag moest ik mij melden bij de kaakchirurg. Onlangs kwam er een kroon los en die bleef hangen tussen twee molaren. Best onhandig en met mijn gevoel voor drama en vermogen om alles véél moeilijker te maken in mijn hoofd dan het zou moeten zijn liep ik natuurlijk al een week lang te tobben, vragen in mijn hoofd te herhalen die ik moest stellen en een soort algemeen plan te ontwikkelen in het geval van een “what-if” scenario. Natuurlijk begrijpt ieder weldenkend mensen dat de kaakchirurg een getrainde professional is die exact weet wat die doet en dat de assistente een door de wol geverfde dame van formaat is die uitstekend toegerust is om iedere patiënt gerust te kunnen stellen, zélfs eentje die zo irritand (begrijpt u wel) is als ik.
De afspraak zou om kwart voor twee beginnen met het maken van een foto. Bij de tandarts zelf krijg je natuurlijk altijd zo’n plaatje in je waffel en omdat het mijn achterste kies betrof, de tweede molaar voor de ingewijden, had ik ook hier al weer doemscenario’s bedacht omdat ik altijd bijna stik en loop te kokhalzen. In het ziekenhuis doen ze natuurlijk niet aan dat soort onzin en hebben ze gewoon een 3D scanner die om je bakkes draait en komt daar een prachtig plaatje uit. Niet-invasief for the win!
Na een paar vragen, waar ik al een week op gerepeteerd had natuurlijk en die volgens de kaakchirurg op zich prima vragen waren, kwam het hoge woord er dan toch uit. De kies moet het veld ruimen en er komt waarschijnlijk een implantaat in. Kroon d’r, kies d’r uit, wortels, drie stuks, ook d’r en weg ermee! De kaakchirurg verdoofd het hele zaakje en gaat voortvarend aan de slag met tangen, boren en al die andere attributen die bij zijn vak horen. Hulde voor de beste man. Binnen een mum van tijd, feitelijk op het moment dat de afspraak zou zijn, ligt de losse kroon en kies samen met de aanhangseltjes al in de vuilnisbak. Foldertje in de hand, nog even langs de apotheek om spoelmiddel en pijnstillers te halen. Opgepast met sporten meneer, niet in de zon, het is 30 graden buiten, wat denk je zelf. En oppassen met hete drankje. Met 30 graden drinkt deze jongen mooi water.
De apotheek komen we onderweg naar de uitgang tegen en de nummertjes automaat is voorzien van een briefje “eerst nummertje pakken, dan handen ontsmetten”. Lijkt mij de correcte wijze van handelen. De jongedame van de apotheek drukt op het belletje en ik mag wat spulletjes aanvragen. “Ja hoor, dit staat al in de computer meneer”, hulde voor de ICT hierachter, “gaat u maar even zitten dan pak ik het erbij.”
Ik ga even zitten naast mijn partner en kijk even om mij heen. Een bepaalde spanning glijd van mij af nu dit hele zaakje achter de rug is. En ik heb weer een beetje aandacht voor mijn omgeving. In de hoek rechts zitten twee dames op leeftijd aan een tafeltje, blijkbaar zijn ze hier samen. De ene dame heeft al wat ruimere ervaring in ziekenhuizen. Zou het een lieve buurvrouw zijn die mee is? Dat zou ik mij zomaar voor kunnen stellen. Het gesprek gaat opeens over een kennis van haar die kiezen liet trekken en dat ging helemaal mis.
Ostentatief steek ik mijn vingers in de oren en kijk mijn partner aan. We liggen allebei in een scheur op dit moment. Ik weet niet of de lieve buurvrouw zich dit realiseert, maar mogelijk vind ze dit ook erg grappig als ik dat zo inschat. Mijn demonstratie wordt onderbroken door de apotheker die mijn spulletjes klaar heeft en ik moet nog € 6,80 aftikken omdat het spoelmiddel niet vergoed wordt. Allas, je kan niet alles hebben, maar die lach en giechel zijn er vandaag gelukkig wel weer geweest.